3 opties voor meertaligheid
Meertaligheid wordt over het algemeen op één van de volgende drie manieren ingebouwd:
- Op basis van subfolders (https://example.com/nl/ & https://example.com/fr/).
- Op basis van subdomeinen (https://nl.example.com & https://fr.example.com).
- Op basis van multiple domains (https://example.nl & https://example.fr).
In deze blog leg ik je uit wat de beste setup is voor iedere optie.
De beste setup per optie
In Google Analytics 4 kun je in 1 property gemakkelijker verschillende domeinen meten, waardoor het makkelijker is dan voorheen (in Universal Analytics) om de diverse talen meetbaar te maken binnen 1 property.
Mijn advies is dan ook om te proberen de setup zo simpel mogelijk te houden (en met zo min mogelijk properties te werken). Maak niet voor iedere taal verschillende properties / data streams aan. Doe je dat wel, dan zul je meer tijd kwijt zijn aan het opzetten en bijhouden van de GA4 setup.
- Meertaligheid op basis van subfolders
Wanneer er met subfolders wordt gewerkt is de setup simpel. Gebruik één Google Tag Manager container waarin je één property inlaadt. - Meertaligheid op basis van subdomeinen
Wanneer er met subdomeinen wordt gewerkt is de setup ook simpel (in tegenstelling tot Universal Analytics). Gebruik één of meerdere Google Tag Manager container(s) waarin je één property inlaadt. Verder hoef je geen cross-domain tracking in te stellen voor het meten van subdomeinen in GA4. - Meertaligheid op basis van multiple domains
Wanneer er met diverse domeinen wordt gewerkt is de setup iets ingewikkelder. Gebruik één of meerdere Google Tag Manager container(s) waarin je één property inlaadt. Het is belangrijk om cross-domain tracking in te stellen.
Cross-domain tracking instellen
Google Analytics volgt een gebruiker door middel van cookies. In principe kan Google Analytics alleen cookies plaatsen op het domein waar het wordt ingeladen. Let op: voor subdomeinen hoef je geen cross-domain tracking in te stellen.
Het is van belang om dezelfde Google Analytics tracking ID te gebruiken op de verschillende domeinen. Maar dat alleen is niet genoeg.
Wanneer iemand het ene domein bezoekt kan de unieke visitor ID niet worden doorgestuurd van de cookies op dit domein naar een ander domein.
Hiervoor moet je cross-domain tracking instellen. Dit doe je als volgt:
1.1. Ga in Google Analytics naar ‘Admin > Data Streams’.
1.2. Klik op de stream waarvoor je cross-domain tracking wilt instellen.
1.3. Klik op ‘Configure tag settings’.
1.4. Klik op ‘Show all’ in het blok ‘Settings’.
1.5. Klik op ‘Configure your domains’.
1.6. Klik op ‘Add condition’
1.7. Kies de gewenste match type. Bijvoorbeeld: Contains.
1.8. Vul de domeinnaam in onder Domain. Bijvoorbeeld example.nl.
1.9. Doe dit voor alle andere domeinen.
Verder hoef je niets in te stellen. Ook niet onder referral exclusions.
Een language parameter aanmaken en gebruiken
Voor alle drie de setups zoals hierboven besproken is het van belang een language parameter toe te voegen.
Door een language parameter toe te voegen aan weergaven en events kun je in Google Analytics en in Google Data Studio inzichtelijk maken hoeveel traffic er is binnen de verschillende talen.
Dit doe je als volgt:
Stap 1: Maak een Regex tabel aan.
1.1. Ga naar Google Tag Manager.
1.2. Ga naar Variabelen.
1.3. Maak een nieuwe Variabele aan. Kies voor een Regex Table (Tabel met reguliere expressies).
1.4. Hier kun je verschillende rijen toevoegen waarbij je per rij een patroon en uitvoer moet opgeven.
1.5. Selecteer de gewenste ‘Input Variabele’. Dit is uiteraard de variabele waarin je een Regular Expression uitvoert en op basis daarvan uiteindelijk de output bepaald. Welke variabele je kiest is afhankelijk van de manier waarop de meertaligheid is ingebouwd:
- Gaat het om een subfolder setup? Kies dan ‘Page URL‘ als Input Variabele.
- Gaat het om een subdomein setup? Kies dan voor ‘Page Hostname‘ als Input Variabele.
- Gaat het om een multiple domain setup? Kies dan voor ‘Page Hostname‘ als Input Variabele.
1.6. Klik op ‘Add Row’. Nu zie je twee velden: ‘Pattern’ en ‘Output’.
- Vul bij Pattern jouw Regular Expression in. Bijvoorbeeld \/en\/.
- De \ is in dit geval geen ‘operator’. De \ is bedoeld om de / te ‘escapen’ waardoor GTM de forward slash ziet als tekst.
- Heb jij geen technische ervaring? Kies er dan voor om het simpel te houden en zo weinig mogelijk operators te gebruiken.
- Hierbij een hele korte uitleg: Wanneer je alleen /en/ toevoegt dan zal GTM kijken of de tekst /en/ voorkomt in de Input Variable. Wanneer je /fr/|/be-fr/ toevoegt zal GTM kijken of /fr/ of /be-fr/ voorkomt in de Input Variable. Gebruik je speciale tekens? Dan zet je er een \ (backward slash) vóór. Bijvoorbeeld: \/fr\/.
- Vul bij Output de naam van de taal in. Bijvoorbeeld Engels.
Meer weten over RegEx binnen GTM? Lees dan eens deze blog van Measureschool.
Wil je jouw RegEx testen? Doe dat dan niet binnen GTM, maar via Regex101.com.
1.7. Herhaal stap 1.6. (afhankelijk van het aantal talen dat je wilt toevoegen).
1.8. Check ‘Set Default Value’.
1.9. Vul de standaard taal in wanneer aan geen van de ingevoerde voorwaarden is voldaan of (not set) wanneer er altijd een taal opgegeven zou moeten zijn. Dit is de waarde die wordt gebruikt wanneer geen van de ingevoerde Regular Expressions ‘waar’ is.
1.10. Klik op ‘Advanced Settings’. Uncheck ‘Full Matches Only’ en ‘Enable Capture Groups and Replace Functionality’.
- Wanneer je Full Matches Only uitzet kijkt GTM of de Pattern in de Input Variable voorkomt, maar deze hoeft niet volledig gelijk te zijn.
- GTM raadt aan om Enable Capture Groups and Replace Functionality uit te zetten wanneer je Full Matches Only uitzet. Enable Capture Groups biedt de mogelijkheid om de output dynamisch te maken op basis van de input. Wanneer je een technische achtergrond hebt dan is dit een handige functionaliteit. Simo Ahava heeft hier een handige blog over geschreven.
- Uiteraard kun je, wanneer je weet wat je aan het doen bent, ervoor kiezen full matches only en/of enable capture groups aan te laten staan.
1.11. Klik rechtsbovenin op ‘Save’.
Stap 2: Voeg de language parameter toe aan Google Analytics 4.
2.1. Ga naar Google Analytics.
2.2. Selecteer de juiste GA4 property.
2.3. Ga naar ‘Configure > Custom Definitions’.
2.4. Klik op ‘Create custom dimensions’.
2.5. Vul een Dimension name in die je gebruikt in Google Analytics.
2.6. Vul de precieze naam van de language parameter in onder ‘Event parameter’. Je kunt deze zelf bedenken, zolang je deze vervolgens maar consistent gebruikt. In de naam mogen geen spaties worden gebruikt.
2.7. Klik rechtsbovenin op ‘Save’.
Stap 3: Voeg de Regex Table Variabele toe aan de configuratie tag
3.1. Ga naar Google Tag Manager.
3.2. Ga naar Tags.
3.3. Klik de GA4 configuratie tag aan.
3.4. Klik op het Tagconfiguratie blok aan.
3.5. Voeg een nieuwe parameter toe onder ‘Fields to set’.
3.6. Vul de language parameter in onder ‘Field Name’ en kies de Regex Tabel Variabele onder ‘Value’. Je kunt zelf bepalen hoe je de custom dimension noemt. Bijvoorbeeld: page_language. Zolang je dit maar consistent gebruikt en geen spaties gebruikt in de benaming.
3.7. Klik rechtsbovenin op ‘Save’.
Stap 4: Voeg de Regex Table Variabele toe aan de event tag
4.1. Ga naar Google Tag Manager.
4.2. Ga naar Tags.
4.3. Klik de GA4 event tag aan waaraan je de language parameter wilt toevoegen.
4.4. Klik op het Tagconfiguratie blok aan.
4.5. Voeg een nieuwe parameter toe onder ‘Event Parameters’.
4.6. Vul een waarde in onder ‘Parameter Name’ en kies de Regex Table Variabele onder ‘Value’. Je kunt zelf bepalen hoe je de custom dimension noemt. Bijvoorbeeld: page_language. Wees hierin uiteraard wel consistent (hetzelfde als bij stap 2 en 3).
4.7. Klik rechtsbovenin op ‘Save’.
De nieuwe setup testen
Test de setup via de voorbeeld functie in Google Tag Manager en de DebugView in Google Analytics 4. Wanneer alles goed staat ingesteld kun je de wijzigingen publiceren.
Vervolgens kun je de aangemaakte custom dimension gebruiken in Google Analytics 4 en in andere tools zoals Google Data Studio. In Google Data Studio kun je bijvoorbeeld een control toevoegen waarbij je de custom language dimension gebruikt om het dashboard te filteren.
