In een eerdere blog heb ik je uitgelegd hoe je events doorstuurt naar Google Analytics 4 via Google Tag Manager. In deze blog leg ik je stap-voor-stap uit hoe je custom event parameters doorstuurt met deze events.
Wat is een event parameter?
In Google Analytics 4 kun je niet meer een Event Category, Event Action, Event Label en Event Value doorsturen zoals in Universal Analytics. In plaats daarvan stuur je alleen nog een Event Name door.
Om meer inzicht te krijgen in de uitgevoerde acties kun je echter ook event parameters meesturen. Dit zijn extra waardes die je kunt meesturen met een event. Je kunt zelf bepalen hoe je deze event parameters wilt noemen, maar let goed op: je kunt maximaal 50 event parameters aanmaken.
Door event parameters hoef je niet verschillende events aan te maken per button of formulier, maar kun je deze data dynamisch meesturen en houd je jouw configuratie netjes.
In de eerste 48 uur zie je de waarde (niet ingesteld) voor een aangepaste dimensie.
Je hebt de rol Bewerker nodig om aangepaste dimensies te bewerken.
Hoe maak je een event parameter aan in GA4?
Stap 1: Ga naar de GA4 property waarin je de event parameters wilt instellen.
Stap 2: Ga via het menu naar ‘Configureren’ > ‘Aangepaste definities’ (Configure > Custom definitions).
Stap 3: Klik op de blauwe knop ‘Aangepaste dimensies maken’ (Create custom dimensions).
Stap 4: Vul de gevraagde gegevens in en klik op Opslaan.
- Dimensienaam: De naam die in rapporten wordt weergegeven. Gebruik een beschrijvende naam.
- Bereik: Gebeurtenis
- Beschrijving: Optionele tekst waarmee je een aangepaste dimensie of statistiek kunt beschrijven.
- Gebeurtenisparameter: Geef de naam op van de parameter of property die je wilt gaan verzamelen.
Hoe stuur je een event parameter door via GTM?
Stap 1: Ga in Google Tag Manager naar de event tag waaraan je event parameters wilt toevoegen.
Stap 2: Klik op Gebeurtenisparameters (Event Parameters).
Stap 3: Klik op ‘Rij toevoegen’. Vul een Parameternaam en Waarde in.
Je kunt een Variabele meesturen als waarde. Bijvoorbeeld de naam van een formulier, de URL van een button, etc.
Stap 4: Klik op Opslaan.
Let op: je moet niet vergeten een custom dimension aan te maken in GA4. Als je een nieuwe parameter wilt doorsturen dan is het niet voldoende alleen wijzigingen door te voeren in Google Tag Manager.
Een voorbeeld:
In dit voorbeeld zal ik de Form ID meesturen wanneer een formulier is ingevuld.
Stap 1: Stuur een event door naar Google Tag Manager met een Data Layer Variabele.
Dit stukje code voeg ik toe aan het Javascript bestand. Het is een listener die wacht op de nfFormSubmitResponse (een signaaltje dat Ninja Forms terugstuurt wanneer een formulier succesvol is binnengekomen). Deze pusht vervolgens het volgende naar de dataLayer (de laag van Google Tag Manager waar je data in kunt ontvangen): een event (ninjaFormSubmission) die we kunnen gebruiken als trigger & twee variabelen (NinjaFormID en NinjaFormTitle) die we kunnen meesturen als variabelen.
Uiteraard moet je wel eerst de Google Tag Manager code hebben geïmplementeerd, anders stuur je onderstaande waardes naar een niet bestaande dataLayer.
$(document).on(‘nfFormSubmitResponse’, function(event, response, id) {dataLayer.push ({‘event’ : ‘ninjaFormSubmission’,‘NinjaFormID’ : response.id,‘NinjaFormTitle’ : response.response.data.settings.title});});
Welke ‘listeners’ en ‘variabelen’ beschikbaar zijn in jouw situatie hangt af van de systemen/tools waarmee je werkt. Mocht je hier geen ervaring mee hebben, leg deze vraag dan neer bij jouw developer.
Stap 2: Een Trigger aanmaken in Google Tag Manager
In stap 1 pushen we een event naar de DataLayer. Deze gaan we gebruiken om een trigger aan te maken waarmee we uiteindelijk een event tag gaan doorsturen naar Google Tag Manager. Heb je al een trigger ingesteld, ga dan door naar stap 3.
2.1. Ga naar Google Tag Manager, klik op ‘Triggers’ en vervolgens op Nieuw/New.
2.2. Klik op het blok Trigger Configuration/Trigger Configuratie en kies voor trigger type ‘Custom Event’ onder Other/Overig.
2.3. Vul de event name in, in dit geval is dat: ninjaFormSubmission. Vul bovenin een trigger naam in die alleen gebruikt wordt binnen Tag Manager (dus kies een duidelijke naam zoals ‘Custom – ninjaFormSubmission’). Laat ‘This trigger fires on’ staan op ‘All Custom Events’.
2.4. Klik op Opslaan/Save.
Stap 3: Een variabele aanmaken in Google Tag Manager
3.1. Ga naar Google Tag Manager, klik op Variabelen/Variables en vervolgens in het blok Door de gebruiker gedefinieerde variabelen/User-Defined Variables op Nieuw/New.
3.2. Klik op het blok Variabeleconfiguratie/Variable Configuration en kies voor variabele type Variabele voor gegevenslaag/Data Layer Variable onder Paginavariabelen/Page Variables.
3.3. Vul de variabele naam in (deze moet exact overeenkomen met de variabele naam die je doorstuurt naar de DataLayer, zie stap 1), bijvoorbeeld: NinjaFormID of NinjaFormTitle. Kies bovenaan ook weer een naam die je makkelijk herkent in Tag Manager (bijvoorbeeld: DLV – NinjaFormID). DLV staat voor Data Layer Variable.
3.4. Klik op Opslaan/Save.
Herhaal eventueel voor een tweede variabele (NinjaFormTitle) of derde variabele (als je meerdere variabelen meestuurt).
Stap 4: Een event tag aanmaken in Google Tag Manager
Grote kans dat je al een tag hebt aangemaakt in Google Tag Manager. Let dan alleen op de stappen waarin je een ‘Event Parameter’ toevoegt.
4.1. Ga naar Google Tag Manager, klik op ‘Tags’ en vervolgens op Nieuw/New.
4.2. Klik op het blok ‘Tag Configuration’ en kies voor tag type ‘Google Analytics: GA4 Event’.
4.3. Vul bovenaan een naam in die je gemakkelijk herkent binnen GTM (bijvoorbeeld: GA4 – Event – form_submission).
4.4. Kies onder Configuration Tag de GA4 tag waarnaar je de event wilt sturen.
4.5. Vul een Event Name in. Dit is de event name zoals je deze ook gaat gebruiken in GA4. Gebruik geen spaties (gebruik in plaats daarvan bijvoorbeeld lage streepjes).
4.6. Voeg een Event Parameter toe onder ‘Event Parameters’. Voeg een nieuwe rij toe met als naam: NinjaFormID. Selecteer als waarde de variabele DLV – NinjaFormID. Gebruik in de parameter name nooit spaties.
4.7. Voeg eventueel een tweede parameter toe met als naam: NinjaFormTitle. Selecteer als waarde de variabele DLV – NinjaFormTitle.
4.8. Selecteer onderaan de trigger ‘Custom – ninjaFormSubmission’.
4.9. Klik rechtsbovenin op Opslaan. Vergeet de wijzigingen ook niet te publiceren in Google Tag Manager.
Let op: nu ontvang je deze parameters nog niet in GA4. Hiervoor moeten we eerst een custom dimension aanmaken in GA4.
Stap 5: Een event parameter / custom dimension aanmaken in GA4
5.1. Ga naar jouw GA4 property en vervolgens naar Configureren/Configure > Aangepaste definities/Custom definitions.
5.2. Klik op de blauwe knop Aangepaste dimensies maken/Create custom dimensions.
5.3. Let goed op’ je ziet nu 4 velden: Dimensienaam, Bereik, Beschrijving, Event parameter. Dimensienaam wordt alleen gebruikt binnen GA4 (voor het overzicht / rapporteren). Event parameter daarentegen moet precies gelijk zijn aan de event parameter die je meestuurt vanuit Google Tag Manager. Verder hoef je geen beschrijving op te geven en kies je onder Bereik voor Gebeurtenis/Event.
5.4. Klik vervolgens op Opslaan/Save.
Hulp nodig? Laat het me weten!
Heb je bovenstaande stappen goed doorlopen? Dan stuur je nu een parameter mee met jouw event! Deze parameters kun je nu gebruiken in de rapporten in GA4, maar worden ook meegestuurd naar Datastudio waar je deze dus kunt gebruiken voor jouw dashboards. Heb jij nog vragen? Laat het me gerust weten door me een berichtje te sturen op LinkedIn.
